De 28-jarige korporaal der mariniers Jacobus van Berkel was in Den Helder gelegerd en had de naam een zeer goed zwemmer te zijn.
Op 30 juni 1957 verdween hij spoorloos, op 18 augustus 1957 spoelde hij aan. Sectie wees uit dat hij mogelijk verdronken was.
En mogelijk vermoord.
Althans: was beroofd en onvrijwillig te water geraakt.
Want toen hij geheel gekleed werd gevonden, had hij niets meer dan een ballpoint en een (beschadigd) horloge.
Op 30 juni 1957 was hij voor het laatst gezien in de Koningsstraat te Den Helder, waar hij stond te kijken naar een ruzie tussen een aantal mensen.
Dat was pal voor de Witte bioscoop.
Later Tivoli geheten.
In zijn kast bij de mijnendienst vond de politie later een bedrag van ruim 200 gulden, maar niet zijn portemonnee en zijn legitimatiekaart. Die moest hij zich dus bij zich hebben gehad toen hij in het water terechtkwam.
