Hij was de eerste pompbediende die werd vermoord.
En die eerste moord op een pompbediende kon niet worden opgelost.
In de nacht van 11 op 12 september rond 0.30 uur wilde een havenarbeider tanken bij het benzinestation onder Dubbeldam, bij de Moerdijkbrug.
Hij trof pompbediende Gerrit Alewijn zwaargewond aan met zijn hoofd op de drempel van zijn kantoortje, en haalde direct hulp. Uit een ooghoek zag hij een lichtkleurige auto wegrijden, waarschijnlijk een Peugeot.
Alewijn was 46, getrouwd en vader van een kind. Hij was doodgeschoten met drie kogels.
Getroffen in buik rug en hoofd.
Nog geen uur voor zijn dood had hij koffie gedronken met de Van Leeuwen en Gouw van de Rijkspolitie, die het pompstation van Alewijn vaak aandeden omdat het zo afgelegen lag.
Alsof ze het voorvoeld hadden.
De pompbediende moet zich verzet hebben, gezien zijn verwoningen. Hij werd van dichtbij beschoten. Twee kogels hadden hem nog gemist.
Er was geen buit gemaakt, de kassa klopte tot op de laatste cent.
Vier maanden na de moord loofde het Openbaar Ministerie een beloning van 10.000 gulden uit voor de gouden tip.
Het was voor het eerste dat zo'n hoge beloning werd uitgeloofd, doorgaans waren die 3 tot 5000 gulden groot.
Maar de gouden tip bleef uit.
Wel werden twee Haagse inbrekers in hun cel gehoord. Het leverde niets op.
Twee jaar lager werd in Zoetermeer opnieuw een pompbediende overvallen, Hendrik Ikke (57). Hij overleefde. De politie verdacht ene Dainiel D. van die overval.
En van een overval op een postagentschap. En van de moord op Alewijn.
Met zijn broers Harry en Lorand.