De gordijnen waren nog gesloten toen knecht Adriaan Slingerland op het fouragebedrijf van de 71-jarige molenaar Allard Boks kwam, aan de rand van Olst. Het huis middenin:
Dat was maandagochtend, omstreeks 9.00 uur.
Slingerland vond zijn baas zittend achter zijn bureau, voorover gebogen en met hoofdwonden. Dood.
De brandkast stond open en her en der lagen papieren.
Zondagavond had Boks – hij was stokdoof en niet onbemiddeld – nog een bezoek gebracht aan zijn oude knecht, de heer Beltman. Dat was zijn laatste levensteken.
Beltman woonde een paar honderd meter verderop en Boks verliet hem om 11.30 uur.
Omdat Boks zijn overjas nog aan had toen hij de volgende ochtend werd gevonden, nam de politie aan dat hij onmiddellijk na thuiskomst zondagavond werd aangevallen.
Enkele jaren geleden was ook al gepoogd Boks te beroven, maar die overval was toen mislukt. Sindsdien bracht hij zijn inkomsten geregeld naar de bank.
De vrijdag voor zijn dood nog 800 gulden.
Wist zijn moordenaar dat niet? Of was roof niet het motief? Kort voor zijn dood was hij ook al mishandeld.
De moordenaar moest wel een bekende van Boks zijn geweest. Hij was de woning binnengekomen via de varkensschuur, en de deur die toegang gaf tot die varkensschuur was voor onbekenden niet te vinden. Want aan het oog onttrokken door struikgewas.
De recherche onderzocht of Hans van Zon soms ook deze moord gepleegd had. In de zaak Boks werd namelijk enige tijd een man gezocht die aan de deur boeken verkocht. En Hans van Zon verkocht boeken aan de deur.
Maar dat spoor liep dood.
