Koude zaak

Cold Case: Felix Guljé

Datum
vrijdag 1 maart 1946
Adres
Van Slingelandtlaan
Plaats
Leiden

De moord op Felix Guljé lijkt sterk op de liquidatie van mr. Hendrik de Boer, de oudste onopgeloste moord van na de oorlog in Nederland.

 's Avonds omstreeks 22.00 uur werd aangebeld en mevrouw Guljé deed open. De vrouw aan de deur zei dat ze een brief voor Guljé had die ze persoonlijk wilde overhandigen.

Daarop riep mevrouw Guljé haar man. Toen die de brief in ontvangst wilde nemen, schoot de vrouw.

Felix Hendrik Eugène Guljé (1893) was werktuigbouwkundig ingenieur en tijdens de oorlog werkzaam bij de Hollandsche Constructie Werkplaatsen (HCW) in Leiden. 

Ook was hij landelijk voorzitter van de Algemene Katholieke Werkgeversvereniging.

Maar het was zijn werk voor de HCW die hem na de oorlog in de gevangenis deden belanden, op verdenking van collaboratie met de bezetter.

Het onderzoek naar die collaboratie liep nog, maar werd met de dood van Guljé stopgezet. Hij kreeg dus nooit de kans zijn onschuld te bewijzen.

Vaststaat wel dat hij de Joodse onderduikers die bij zijn overbuurman zaten ondergedoken, van voedsel heeft voorzien.

Vanaf het begin hield de politie rekening met een verlaten liquidatie door het verzet vanwege die vermeende collaboratie. Dat lag zelfs zo voor de hand, dat ze veel kritiek kreeg: ze deed onvoldoende haar best in kringen van oud-verzetsmensen te rechercheren.

Pas decennia later werd duidelijk dat de politie nog een spoor volgde. Ze koesterde verdenking tegen de ondercommandant van de Doelenkazerne in Leiden, waar Guljé in 1945 enige tijd gevangen had gezeten. 

Guljé zou misstanden in de kazerne aan de kaak hebben willen stellen en zelfs de regering middels een geheim rapport al op de hoogte hebben gesteld van die misstanden.

Een medeverdachte was een vrouw die kort na de moord en voordat ze kon worden verhoord, naar Nederland-Indië was geëmigreerd.

In 2011 bleek dat de politie op het juiste spoor zat. Dat jaar bekende de inmiddels 96-jarige Atie Visser het dodelijke schot gelost te hebben. Ze was vanuit Indonesië teruggekeerd nadat de moord was verjaard.

In de pers vertelde ze dat ze de moord niet had gepleegd op basis van feiten, maar op basis van geruchten en overtuigingen. 

Dat het slachtoffer ook in het verzet had gezeten, had ze niet geweten.

Maar nee, spijt had ze niet.

En het Verzetsherdenkingskruis dat ze voor haar eigen verzetswerk had gekregen, mocht ze houden.

 -1,1 −
KNMI De Bilt – 01-03-1946

Labels

Bijgewerkt: 08-01-2024 15:16

Reacties (0)

Log in om te reageren