De 55-jarige Bawoet B.S. uit Eritrea meldde zich op het politiebureau met de mededeling dat hij zijn eveneens Eritrese vrouw (38) om het leven had gebracht.
Agenten troffen het slachtoffer even later inderdaad aan.
Het stel had twee minderjarige kinderen van 7 en 9. Ze voetbalden op straat in de sneeuw toen de politiewagen voor kwam rijden.
Hun bal bleef voor de deur liggen.
Buren in de flat kenden het gezin niet of nauwelijks. Of spraken onvoldoende Nederlands om te vertellen of ze het gezin kenden.
De verdachte werd aangeklaagd voor doodslag op zijn vrouw en mishandeling van zijn twee kinderen eerder.
Volgens het Openbaar Ministerie was het doodslag. Met andere woorden: hij wilde haar dood.
De eis: 11 jaar.
Volgens de advocaat van de verdachte was er geen sprake van opzet maar van een 'tragische ongeluk' en had zijn cliënt 'enorm veel' spijt.
Zelf verklaarde B.S. ter zitting dat hij niet meer precies wist wat er was gebeurd. 'Ik wilde alleen maar dat ze stil was.'
Dat werd ze.
De rechtbank zag wel degelijk opzet: de vrouw lag op haar buik op bed toen ze twee keer met een mes in haar hals werd gestoken.
En veroordeelde hem tot 11 jaar, hoewel de man wegens gebrek aan bewijs werd vrijgesproken van mishandeling van zijn twee kinderen.
In Hoger beroep - door hem aangespannen - kreeg hij 10,5 jaar, conform de eis van de procureur-generaal.
