Op Videoland draait nu de serie Een moord kost meer levens, naar het gelijknamige boek van Peter R. de Vries.
Het gaat over Gerard Spruit en diens zoon Paul. Spruit senior vermoordde in de jaren zeventig twee kinderen, Basje Bloemena en Heleentje Isaac; Spruit junior sloeg in de jaren tachtig zijn stiefvader dood.
Dit is deel 3 van de serie van Moordatlas over... Nee, deze keer niet Gerard en Paul Spruit. Maar wel met nieuwe feiten.
Wie wil kan eerst deel 1 (Waarom kreeg Gerard Spruit geen tbs voor dit delict in 1941?) en deel 2 (De foute stiefvaders van Gerard Spruit en Paul Spruit) lezen.
Daders krijgen vaak meer aandacht dan slachtoffers. Kennelijk voor journalisten interessanter.
Ook de nabestaanden van Basje Bloemena kregen weinig aandacht. Terwijl de moord op Basje in augustus 1971 niet de eerste moord binnen die familie was.
We gaan terug naar 1940. Cornelis van der Vegte (geboren in 1900) was directeur van het advertentiebedrijf van De Arbeiderspers te Amsterdam, uitgever van onder meer dagblad Het Volk.
Dit is Van der Vegte:
De Arbeiderspers was eigendom van de Sociaal-Democratische Arbeiders Partij en het Nederlands Verbond van Vakverenigingen - zeg maar: de socialistische vakbonden.
Na de inval van de Duitsers ging Kees - zoals hij werd genoemd - in het verzet. In augustus 1940 werd in perceel Singel 138 het Comité voor Vrij Nederland opgericht. Van der Vegte werd er lid van en werkte mee aan de uitgave van diverse bladen.
Op 24 december 1940 - de dag voor Kerstmis - sloeg het noodlot toe: Van der Vegte en anderen werden gearresteerd.
De bezetter beschuldigde Van der Vegte niet alleen van het verspreiden van illegale bladen (althans illegaal in de ogen van de Duitsers), maar ook van spionage.
Hij zou via een danseres genaamd Florence Hall - artiestennaam Micha Fleury - in contact staan met de Nederlandse regering in Londen en met de Engelse geheime dienst.
Hoe hij deze Florence had leren kennen, is onbekend. Maar dit is haar:
Ook zij stond terecht, in hetzelfde proces als Kees van der Vegte.
Dat was in juni 1941. Op 1 juli van dat jaar werden Van der Vegte en enkele anderen ter dood veroordeeld, een vonnis dat in augustus 1941 in hoger beroep werd bekrachtigd.
Ruim een jaar hoopten Van der Vegte, zijn vrouw en hun twee kinderen op gratie. Maar op 29 september 1941 werden hij en een medestrijder op de Bussumerheide in Laren gefusilleerd.
Florence Hall bleef de doodstraf bespaard.
We vonden haar kaart bij het Bevolkingsregister. Daarop had een ambtenaar van die dienst kort na de oorlog aangetekend dat Hall niet meer in Amsterdam woonde.
En hij wist ook dat ze naar Duitsland was verhuisd. Vermoedelijk meteen na de oorlog, in mei 1945. Of zelfs nog eerder.
Waarschijnlijk eerder.
Want in november 1944 (na de invasie en kort na Dolle Dinsdag) had ze een paspoort gekregen dat geldig was voor vijf werelddelen.
Ze had kortom in 1944 een reden te vluchten, en de enige plek waar ze nog terecht kon was nazi-Duitsland.
Met andere woorden: ze danste vooral voor de Duitsers.
Vandaar ook dat die ambtenaar van het Bevolkingsregister in de rechter bovenhoek van haar kaart de letters NSB krabbelde. Kees van der Vegte stierf door verradershand.
In 1952 werd hij herbegraven:
Toen zijn kleinzoon Basje op 4 augustus 1971 verdween, spraken rechercheurs van de Amsterdamse Moordbrigade ook met de weduwe van Van der Vegte.
Grietje Holtrop - zo heette ze - stelde zich kernachtig aan de rechercheurs voor: 'Ik ben de grootmoeder van Basje, zijn moeder is mijn oudste dochter. Mijn man is gefusilleerd, ik ben zenuwpatiënt.’
En dan moest ze ook nog meemaken dat haar schoonzoon Dirk Bloemena, de vader van Basje, in 1975 overleed. Kort nadat de moordenaar van Basje tot 20 jaar en tbs was veroordeeld.